Er zijn twee aspecten in de leermodule die me bijzonder fascineren en als gespreksbegeleider verrijken: het leren ’tevoorschijn te luisteren’ (expliciet te krijgen wat impliciet is) en het linguïstische aspect (het komen tot taalcreatie). Ik heb ontdekt dat deze twee aspecten hand in hand gaan.

Wat ik sterk in de opbouw vind is dat we allereerst oefenen op onszelf. Daarin ontdek ik dat luisteren naar mezelf tot nieuwe taal leidt. Dat mijn vermogen of métier eigen, authentieke taal blijkt te hebben, zij het nog onwennig. Door hiermee bezig te zijn, luister ik ook anders naar mijn cliënten. 

De Cartografische werkwijze versterkt enorm de eigen kracht en het authentieke vermogen in mezelf en mijn cliënten. Dat spreekt me meer aan dan modellen van buitenaf. Mijn deelname aan Het Wil Gilde geeft me de gelegenheid om met gelijkgestemden hierover uit te wisselen, er mee te oefenen en van hen te leren.